Robuust, betrouwbaar en op weg naar onafhankelijkheid
In februari 1926 werd ‘Tudor’ officieel als handelsmerk geregistreerd door Hans Wilsdorf, de oprichter van Rolex SA. Hij liep al enkele jaren met de gedachte een uurwerk te maken dat door zijn Rolex-verdelers tegen een gunstigere prijs zou kunnen verkocht worden en toch de hoge standaarden zou evenaren waarvoor het vermaarde merk erkenning genoot.
De eerste Tudor-modellen waren vierkant, tonvormig of hadden afgeschuinde randen. Er was een heren- en damescollectie. Het logo was eenvoudig: de naam met de ‘T‘ die er als koepel overheen was doorgetrokken. Enkele uitzonderlijke exemplaren van het eerste uur vermeldden naast de nieuwe merknaam ook de naam Rolex. 1952 was het jaar waarin de Tudor ‘Oyster Prince’ verscheen, gepromoot met een in het oog springende campagne. Het beeld van het nieuwste horloge werd begeleid door een uitvoerige tekst, die ‘sterkte’, ‘betrouwbaarheid’ en ‘precisie’ aanprees als producteigenschappen. Het horloge werd in de advertentie gedragen door mannen die zwaar werk verrichten, een heel andere voorstelling dan de gebruikelijke sporters. Dit campagnebeeld leverde een belangrijke bijdrage tot het merkimago: hedendaags en betrouwbaar. Merkwaardig genoeg benutte Hans Wilsdorf de campagne om de merken Rolex en Tudor dichter bij elkaar te brengen. “Ik heb besloten dat de Tudor Prince het verdient twee kenmerkende voordelen te delen met Rolex” commentarieerde hij. “Enerzijds de vermaarde en unieke waterdichte Oyster-kast en anderzijds het originele automatisch opwindend perpetueel rotormechanisme, waarmee we ons vertrouwen in dit product benadrukken”. Dat jaar vertrokken er 26 Tudor Prince met een door de Britse Marine georganiseerde wetenschappelijke expeditie naar Groenland.
EIGEN KALIBER
De Tudor ‘Oyster Prince 7909’ die in 1952 verscheen, maakte gebruik van het automatisch opwindend kaliber 390 in koperkleurig messing. De rotor toonde de gravure ‘TUDOR Swiss Patented Auto-Prince’. Kaliber 390 is gebaseerd op een FEF (Fabrique d’Ébauches de Fleurier) loopwerk dat gemodificeerd en verbeterd werd met een geperforeerde V-rotor, ook ‘vlinder’ genoemd door verzamelaars. Op de rugzijde van de kast, leverbaar met 31 of 34 mm diameter, stond ‘Montres TUDOR S.A. Geneva Switzerland Patented’ gegraveerd. Tudor heeft doorheen zijn geschiedenis uitsluitend gebruik gemaakt van Zwitserse kalibers. Een nieuw mechanisch automatisch opwindend loopwerk, volledig in eigen huis ontwikkeld, geproduceerd en geassembleerd, verscheen in 2015. Het vindt toepassing in twee modellen en geeft uiting aan de strategie dat het merk meer onafhankelijkheid wil verlenen. De Tudor ‘Manufacture’-kalibers bieden een grote gangreserve tot ongeveer 70 uur. Het automatisch opwindend mechanisme werkt bi-directioneel en is gecertificeerd door het ‘Official Swiss Chronometer Testing Institute’ (COSC).
EEN NIEUWE WEG
Duikershorloges gaven Tudor vanaf 1954 een nieuwe uitstraling. De Tudor ‘Oyster Prince Submariner’ (referentie 7922) was van meetaf ontworpen om tegemoet te komen aan de specifieke eisen op het vlak van waterdichtheid, duurzaamheid, betrouwbaarheid en precisie tegen een bescheiden prijs. De eerste reeks zette al meteen de maatstaf: functioneel tot op 100 m diepte. Vier jaar later werd dat zelfs 200 m. Tudor verrichtte veel onderzoek bij professionele gebruikers om hun noden en verwachtingen op te tekenen en ze mee te nemen in de verdere productontwikkeling. De tweede reeks (1969 – 1999) ruilde het automatisch opwindend kaliber 390 voor een ETA 2483 met zelfde frequentie. De 39 mm kast was van Rolex en waterdicht tot 200 m. Ook de kroon, de in twee richtingen draaibare lunette met 60 minuten indeling en de vouwsluiting werden door Rolex geleverd. Meer dan 20 verschillende modellen duikershorloges verschenen in de Tudor-catalogi tot 1999. Een aantal modellen werden geselecteerd door verschillende militaire organisaties, waaronder de ‘Marine nationale française’ (MN) en de ‘US Navy’ (USN).
EEN HALVE EEUW CHRONOGRAFEN
Of toch bijna, want men schreef 1970 toen Tudor zijn ‘Oysterdate’ lanceerde, het begin voor vier opeenvolgende productfamilies, waarmee Tudor een aparte plaats verwierf onder de sportchronografen. De eerste ‘Oysterdate’-chronograaf met mechanisch, handmatig op te winden Valjoux kaliber 7734 loopwerk en 39 mm kast, oogstte direct veel bijval omwille van zijn kleurrijke verschijning en de specifieke vormgeving van de uurmerktekens.
Een jaar later al verscheen de tweede generatie, vandaag bij verzamelaars bekend onder de troetelnaam ‘Montecarlo’, omdat het ontwerp van de wijzerplaat het beeld van een roulette oproept. Tudor selecteerde een handmatig op te winden Valjoux kaliber 234, die met zijn 21.600 slagen per uur frequentie een hogere precisie bood dan de eerste serie. In 1976 volgden de ‘Prince Oysterdate’-modellen met automatisch opwindend mechanisme en bekend als ‘Big Block’-familie. Hier is een Valjoux kaliber 7750 toegepast, met alweer een hogere frequentie. De verschillen tussen de verschillende modellen zitten vooral in de uitvoering van de lunettes en wijzerplaten. Een tweede reeks van de ‘Prince Oysterdate’ werd in 1995 voorgesteld met diverse technische verbeteringen, een verfijndere kast en een vrijwel krasvrij saffier kristal glas. Het Valjoux kaliber 7750 werd volledig opgefrist, met o.a. gepolijste i.p.v. matte schroeven, en kreeg nu de toevoeging ‘Special TUDOR’.
BORN TO DARE
Sinds 2017 loopt de Tudor ‘Born to dare’-campagne die zowel uitdrukking geeft aan de geschiedenis van het merk als waar het vandaag voor staat. Durvers hebben sinds vele jaren gekozen voor Tudor als begeleider van hun uitzonderlijke prestaties onder water, in de lucht en op het land. Hans Wilsdorf beoogde altijd het ontwikkelen van horloges die de meeste extreme en harde condities aankunnen. Om de campagne kracht bij te zetten heeft Tudor enkele ambassadeurs aangezocht die gedurfde prestaties en een dito lifestyle belichamen: sportvedette David Beckham, popicoon Lady Gaga en het Nieuw-Zeelandse All Black rugbyteam met zijn sterspeler Beauden Barrett.